Matteo Renzi lijkt een verademing voor links in vastgeroest Italië. Maar hij heeft ook Berlusconiaanse trekjes, 
die niet bij iedereen in de smaak vallen. Ook niet bij zijn eigen partij.

‘De sloper’ noemen ze hem. Matteo Renzi is met 39 jaar de jongste premier die Italië ooit heeft gekend. En hij wil overal de bijl in zetten om Italië weer op de rit te krijgen. Het stroperige politieke stelsel, de naar hervormingen snakkende regelgeving; zelfs de linkse partijtop is niet veilig.

Een grote belofte zijn is gemakkelijker dan deze inlossen. En wanneer de grote belofte in kwestie ook zichzelf als zodanig presenteert, kijkt men al helemaal reikhalzend uit naar de val van het voetstuk waar hij zichzelf op heeft geplaatst. Matteo Renzi geeft zelf als eerste toe dat hij hoog heeft ingezet. Naar eigen zeggen zal hij óf de geschiedenisboeken ingaan als groot staatsman die er eindelijk in slaagde Italië ingrijpend te hervormen, óf afdruipen en worden gezien als een fiasco. Een tussenweg is er niet. Anderhalf jaar na zijn aantreden en vliegende start wordt het nu spannend welke kant het kwartje voor Renzi op zal vallen.

Bizarre uitzondering

De snelheid van Matteo Renzi’s politieke carrière mag een wonder worden genoemd. Vóór zijn dertigste was hij al president van de provincie Florence, op zijn 34ste was hij burgemeester van de stad en nog geen vijf jaar later is hij partijvoorzitter van links, en premier. In een land waar een jonge leeftijd op een cv als nadeel wordt gezien en dertigers nog regelmatig on- of onderbetaalde stages lopen, is zo’n loopbaan een bizarre uitzondering. Toch verbaast het de mensen die met hem zijn opgegroeid niet. Klasgenoten, leraren en scoutingleiders zeggen stuk voor stuk dat Matteo Renzi al op jonge leeftijd even briljant als ambitieus was. Op school werd hij ‘Matteoria’ genoemd, omdat hij eindeloos oreerde, vaak over politiek. Op zijn zeventiende schreef hij in de schoolkrant al een kritisch artikel over de linkse partijtop die naar huis moest worden gestuurd omdat de partij toe was aan vernieuwing.

Op jonge leeftijd had Renzi al graag de touwtjes in handen. Hij was de leider van de leerlingenraad, het politieke jongerencomité en zijn padvindersgroep. Het hoofd van de scouting drukte hem al op het hart dat hij zijn leven moest wijden aan de politiek en het land moest gaan besturen. Deze man, advocaat Roberto Cociancich, is twee jaar geleden door Renzi gevraagd de Senaat in te gaan. ‘Ik heb me aan jouw advies gehouden, nu is het jouw beurt om ook politiek actief te worden,’ luidde Renzi’s uitnodiging, zo vertelde Cociancich aan het Amerikaanse weekblad de New Yorker

Nu jonger dan toen

In Italië is de scouting verbonden aan de katholieke kerk, en Renzi zelf is ook diep gelovig. In tegenstelling tot veel van zijn leeftijdgenoten in de jaren negentig was Renzi fel tegen seks voor het huwelijk. In zijn jaarboek staat een foto waarop hij wakker wordt gemaakt met een plens water in zijn gezicht, met het onderschrift: ‘Dames en heren, zelfs toen zijn we er niet in geslaagd om Matteo te laten vloeken!’ Om een idee te krijgen van de Renzi van toen: op YouTube is nog steeds een filmpje te vinden van zijn deelname aan een Italiaanse tv-quiz (op een van de zenders van Silvio Berlusconi), waar hij als negentienjarige drie weken lang onverslaanbaar was en met omgerekend 30.000 euro aan prijzengeld naar huis ging. Iets te dik, grote jampotglazen, stoffige te grote jasjes en een keurige scheiding. Een behoorlijk verschil met zijn huidige look, hem volgens velen aangemeten door politieke adviseurs die hem waarschuwden dat hij niet alleen bij vrouwen op leeftijd, maar ook bij hun dochters in de smaak zou moeten vallen om carrière in de politiek te maken. Hij viel af, smeerde gel in zijn haar, wisselde zijn bril in voor contactlenzen en zijn ouderwetse pak voor een spijkerbroek en een fris wit overhemd met opgestroopte mouwen. ‘De coole look van Renzi 2.0,’ noemt journalist David Allegranti het lachend. Allegranti liep stage bij de krant Corriere Fiorentino toen Renzi een beginnende lokale politicus was. Hij volgt hem al ruim tien jaar en schreef verscheidene boeken over hem. ‘Hij ziet er nu beduidend jonger uit dan toen.’

Uitsluitend ja-knikkers

Partijgenoten die zijn ambitie en talenten in de gaten kregen, hadden nog een bezwaar bij Renzi: hij was te provinciaals om het echt ver te kunnen schoppen. Renzi groeide op in een middenstandsgezin in een Toscaans dorpje grenzend aan Florence en is altijd in die streek blijven hangen. Zelfs zijn Engels spreekt hij met een zwaar Toscaans accent. Toen oud-minister en partijgenoot Francesco Rutelli hem leerde kennen als ‘het wonderkind uit Florence’ was Renzi eind twintig en regionale leider van de linkse politieke coalitie achter Romano Prodi. Rutelli nam hem jarenlang op sleeptouw bij internationale bezoeken aan onder anderen Bill Clinton om zo naar eigen zeggen ‘het provinciale er een beetje af te spoelen’ en hem klaar te stomen voor het echte werk, zo legt Rutelli uit in een interview met David Allegranti, opgenomen in zijn boek The Boy over Renzi. Het was ook Rutelli die hem steunde bij zijn succesvolle campagne voor burgemeester van Florence. Drie jaar eerder kreeg Renzi al de positie van viceburgemeester aangeboden, maar die weigerde hij resoluut. De rol van nummer twee is niets voor hem. Op geen enkel moment in zijn carrière heeft hij iemand boven zich gehad, en ook vlak onder hem duldt hij maar weinig mensen. Florentijnen grapten dat hij als burgemeester assistenten verving alsof het stropdassen waren. Oreste Massari, professor politicologie aan de Romeinse Sapienza Universiteit, ziet daarin de grootste zwakte van Renzi als politiek leider. ‘Het is een grote one man show, en om hem heen verzamelt hij uitsluitend ja-knikkers.’ Volgens Massari moet een politicus juist ook critici om zich heen hebben om sterk beleid te maken. ‘Maar iedereen die hem enigszins bekritiseert, stuurt hij de laan uit.’
Dat ondervond ook de eerder genoemde journalist David Allegranti toen hij zich in zijn boeken enigszins kritisch uitliet over Renzi. De twee kennen elkaar al tien jaar en spraken elkaar geregeld. ‘Nu groet hij mij niet meer als ik hem tegenkom op straat. Via via heb ik gehoord dat ik persona non grata ben geworden…’

Paard van Troje

Renzi vertrouwt weinig mensen. Volgens parlementair journalisten heeft hij twee regeringen: het officiële kabinet en zijn club van jonge Toscaanse adviseurs. Die laatste club, met de mysterieuze naam ‘Il Giglio Magico’, de magische 
lelie, een verwijzing naar de beroemde Florentijnse Medici-familie, is voor journalisten onbereikbaar, maar volgens David Allegranti runt dit clubje in de avonduren het land; op slippers en omringd door lege pizzadozen. Veel partijgenoten van de Partito Democratico (de Italiaanse PvdA) zien het met lede ogen aan. ‘Het paard van Troje’ noemt een partijgenoot Renzi. ‘Hij is binnengehaald om de partij te verjongen, maar niemand had verwacht dat hij zo snel mogelijk iedereen eruit zou willen werken om met zijn eigen clubje, of liever nog alleen, te regeren.’
Eigenlijk heeft de Partito Democratico Renzi niet binnengehaald; het was meer dat ze niet meer om hem heen konden. Al hebben ze dat zo lang mogelijk geprobeerd. Na twintig jaar Silvio Berlusconi, die met name druk was met het ontwerpen van wetten om zichzelf en zijn imperium te beschermen, was Italië toe aan vernieuwing. Niet alleen was er gedurende die twee decennia van Berlusconi geen enkele hervorming doorgevoerd, ook de economie en het imago van Italië lagen volledig in puin. Links lag al jaren met zichzelf overhoop en een sterke, aansprekende leider ontbrak. Ondertussen was de ster van Renzi rijzende. Hij was als burgemeester zeer populair, mede doordat hij het centrum van Florence autovrij maakte en de foeilelijke tourbussen verdwenen. Daarnaast organiseerde hij sinds 2007 bijeenkomsten over het vernieuwen van Italië, waarbij zijn catchy uitspraken als ‘Ik wil Berlusconi niet naar de gevangenis, maar met pensioen sturen’ en ‘de belangrijkste hervorming is het herstel van onze geloofwaardigheid’ nagalmden in de nationale pers.

Geweldige performer

Renzi is een geweldige performer. Totaal ontspannen met een microfoon losjes in de hand vertelt hij anekdotes (Berlusconi was meer van de moppen) over zijn familie en de mensen die hem in Florence op straat aanspreken. Anekdotes die hem ter plekke te binnen lijken te schieten en die hem spontaan aan het lachen lijken te brengen als hij eraan terugdenkt, of waar hij zich voor verontschuldigt ‘omdat ze misschien iets te persoonlijk zijn’. Renzi heeft zich daarbij volgens professor Massari duidelijk laten inspireren door de campagnes van Obama; van zijn slogan ‘Adesso!’ (Nu!) tot de manier waarop hij zonder opsmuk de menigte toespreekt, waarmee hij overbrengt: ‘Ik ben een van jullie; als “wij” het nu niet doen, doet niemand het!’.Daarnaast prijst hij in elke speech Italië en haar bevolking op een manier die Amerikaans aandoet. Regelmatig benadrukt hij dat Italianen altijd de beste ter wereld zijn geweest en dat het tijd is dat ze dat weer laten zien. Zelfs de gebreken van het land presenteert hij als deugden door te benadrukken dat Italië nou eenmaal nooit een normaal land is geweest omdat een normaal land nooit Rome of Florence had kunnen bouwen.
Zijn boodschap om binnen de partij schoon schip te maken en de personen die aan het pluche zijn vastgeplakt te vervangen, vond gehoor. Met een overweldigende meerderheid werd hij eind 2013 gekozen tot partijleider. Hij verzekerde in verschillende interviews dat hij nooit premier zou worden zonder verkiezingen. Dat lijkt een open deur, maar in Italië is politica alla staffetta (estafette-politiek, waarbij leiders elkaar onderling het stokje overdragen zonder tussenkomst van de kiezers) niet ongebruikelijk. Het was een ongemakkelijke situatie: Renzi werd gezien als dé man die Italië er weer bovenop moest helpen, maar stond aan de zijlijn. Een plaats die hem zelf ook niet beviel. Wekelijks zat hij in talkshows om zijn licht te laten schijnen over het beleid van de huidige regering van zijn partijgenoot Enrico Letta. Keer op keer maakte hij duidelijk dat hij wilde afrekenen met de vriendjespolitiek in Rome en een man van het volk was. Dat volk zou hem op een dag mogen kiezen, en dat moment zou hij rustig afwachten.
Het liep anders. Op 13 februari 2014 verzamelde de fractie zich onder leiding van Renzi om te stemmen over de toekomst van het kabinet. Letta ging te langzaam, en na een toespraak van Renzi stemde een overweldigende meerderheid hem weg. Een paar uur eerder had Renzi hem nog via Twitter gerustgesteld met de woorden ‘Enrico stai sereno’ (Enrico, maak je geen zorgen). De volgende dag nam Matteo Renzi het (estafette)stokje van Letta over, zonder verkiezingen. De houding van de twee mannen tijdens de ultrakorte ceremonie sprak boekdelen. Letta gunde Renzi geen blik waardig en verliet direct de zaal. ‘Gesloopt’ door sloper Renzi die op zijn 39ste de machtigste man van Italië werd.

Boe-geroep vanuit de Senaat

Renzi wilde frisse gezichten in zijn regering om zijn boodschap van verjonging en verversing van het Romeinse establishment kracht bij te zetten. Acht vrouwen, acht mannen: met een gemiddelde leeftijd van 47 de jongste regering ooit in Italië. Direct bij de zogeheten ‘vertrouwensstemming’ voor zijn nieuwe regering liet Renzi in de Italiaanse Senaat duidelijk van zich horen en maakte hij zijn naam van ‘sloper’ waar. Een van de hervormingen die hij voor ogen had, was een herziening van de grondwet die eist dat elke wet zowel door de Senaat als door de Tweede Kamer woord voor woord wordt goedgekeurd. Had de Senaat problemen met een komma (en dat had ze vaak), dan kon de wet terug. Op die manier kon er eindeloos worden gepingpongd tussen de twee Kamers en kwam een wet er geregeld niet doorheen voor het einde van een kabinetsperiode. Ook kon de Senaat het vertrouwen in een kabinet opzeggen en het zo ten val brengen. Renzi wilde de macht van de Senaat drastisch inperken. Vlak voor de vertrouwensstemming zei hij ten overstaan van alle senatoren dat zijn regering de laatste uit de geschiedenis zou zijn die de Senaat om vertrouwen moest vragen. De senatoren keken met open mond naar Renzi, die zijn verhaal onaangedaan vervolgde. ‘Het is afgelopen met het eindeloos uitstellen waar jullie zo goed in zijn. Als ex-burgemeester zeg ik jullie: die mensen daar buiten hebben geen tijd meer te verliezen.’ Er klonk boe-geroep vanuit de Senaatsbanken, zelfs bij zijn eigen achterban. Maar in feite sprak Renzi niet tegen de senatoren, maar tegen de mensen die thuis meekeken. De mensen die hij had beloofd niets op te hebben met het politieke handjeklap in Rome, met het geruzie en getouwtrek van de overbetaalde parlementariërs. Het was campagnetaal. Want al werd hij nooit gekozen: in mei 2014, drie maanden later, stonden de Europese verkiezingen op de agenda. Een ultieme proef voor zijn mandaat.

Een pure pragmaticus

Hij slaagde met verve. Met een spectaculaire 41 procent voor zijn partij en een ruime meerderheid voor de coalitie die hij leidt, bewees Renzi dat het volk achter hem stond en won hij tijd voor zijn hervormingen. Eén hervorming per maand, beloofde hij. Dat bleek wat te ambitieus, maar Renzi is voortvarend van start gegaan. Een (zeer bekritiseerde) Jobs Act maakt nu – voor het eerst in het land waar vakbonden machtig en onvermurwbaar zijn – het ontslaan van oudere werknemers in tijden van crisis mogelijk. En Renzi slaagde erin de Kieswet ingrijpend te wijzigen, wat het land bij verkiezingsuitslagen een minder gefragmenteerd resultaat zal moeten geven; een belangrijke reden voor de jaren van politieke instabiliteit in Italië. Jarenlang lukte dat niet omdat wisselende coalities hun belangen verdedigden. Renzi zette ook hier hoog in door het overleven van zijn kabinet aan het slagen van de nieuwe wet te verbinden. Hij verbaasde vriend en vijand toen hij de wet door het parlement loodste, mede door een deal te sluiten met Silvio Berlusconi. Volgens professor Massari vonden veel partijgenoten dat ongelofelijk; een deal sluiten met de duivel. ‘Het laat zien dat Renzi een pure pragmaticus is en dat die hele partij hem gestolen kan worden. Renzi richt zich net als Berlusconi liever direct tot het volk, via televisieprogramma’s.’ Een partijgenoot klaagde onlangs dat hij op televisie moet horen wat Renzi’s plannen zijn, in plaats van tijdens een partijvergadering. Allegranti: ‘In heel veel opzichten lijkt Renzi op Berlusconi, weliswaar een fatsoenlijkere versie, maar ook hij gebruikt de media erg slim en richt zich op de onderbuik van de bevolking.’ Als voorbeelden noemt Allegranti de beloftes voor meer geld voor iedereen; muziek in de oren voor veel Italianen. Stuurde Berlusconi tijdens zijn laatste landelijke campagne iedere Italiaan een nepcheque die ze zogenaamd konden inwisselen na de verkiezingen, Renzi beloofde dat iedere familie tachtig euro per maand extra zou krijgen.

Bootvluchtelingen

Europa juichte de komst van Renzi toe. Na jaren toneelstukjes en valse beloftes van Berlusconi waren de Europese leiders allang blij dat ze een fatsoenlijke, serieuze gesprekspartner kregen. Eindelijk een Italiaanse leider die én populair, én progressief en ook nog pro-Europa is. Renzi nuanceert dat zelf door te zeggen dat hij voor Europa is, maar voor een ánder Europa dan er nu is. Hij is zich bewust van de onberekenbare Vijfsterrenbeweging van ex-komiek Beppe Grillo die fel tegen Europa is en nog altijd zo’n kwart van de Italianen achter zich heeft staan. En aan de andere kant de aan de PVV gelieerde Lega Nord, die ook met een opmars bezig is. De onvoorwaardelijke liefde van de Italianen voor Europa is al geruime tijd bekoeld, dus zo nu en dan een eurosceptische uitlating komt zijn populariteit ten goede. Daar komt bij dat Renzi in Europa ook beduidend minder presteert dan tijdens thuiswedstrijden in Italië. Zijn Europese optredens brengen genadeloos aan het licht wat zijn gebreken zijn: weinig kennis van internationale zaken en een belabberd Engels, in tegenstelling tot voorgangers Mario Monti en Enrico Letta, die wel konden leunen op internationale ervaring. Renzi heeft er volgens Allegranti ook moeite mee dat hij in Europa niet aan de hoogste tafel mag aanschuiven: die van Hollande en Merkel. Voor Italië, en met name voor zichzelf, ziet hij een grotere rol weggelegd. Zo wil hij opnieuw onderhandelen over de strenge regels voor het overheidstekort waarmee eerdere Italiaanse regeringen akkoord zijn gegaan. Want hoewel er waarschijnlijk een zucht van opluchting klonk bij de gigantische overwinning van Renzi bij de Europese verkiezingen, is Renzi duidelijk minder kneedbaar dan de twee premiers die na Berlusconi kort aan het roer zaten. Mario Monti (een ex-eurocommissaris) en Enrico Letta lieten zich door Brussel dicteren hoeveel ze waarop moesten bezuinigen. Renzi niet. Dat hij in Europa hard van zich af kan slaan, liet hij merken tijdens de EU-top over de bootvluchtelingen. Sinds zijn premierschap kwamen er tienduizenden aan op de Italiaanse kusten. Renzi drong aan op een eerlijker verdeling onder de Europese landen en dreigde zelfs alle vluchtelingen tijdelijke verblijfsvergunningen te geven, zodat zij volgens de Europese regels probleemloos naar andere landen konden reizen. Tijdens de EU-top over de vluchtelingencrisis eind juni van dit jaar ging Renzi hevig tekeer tegen leiders van andere lidstaten die er weinig voor voelden meer vluchtelingen op te nemen. ‘Als dit jullie idee van Europa is, houd het dan maar!’ Om drie uur ’s nachts bereikten de regeringsleiders een akkoord: wél een verdeling, maar op vrijwillige basis. ‘Weg met het egoïsme,’ zette Renzi diezelfde nacht op Facebook, ‘op weg naar een nieuw Europa van solidariteit.’

Een episch fiasco

Echt solidair vindt links Renzi in het geheel niet. Zijn felste tegenstanders zitten opvallend genoeg daar, binnen zijn eigen partij. Ze vinden hem te rechts, hij vindt hen te links. Renzi zegt zelf niets meer met hen te overleggen omdat het zinloos is. Ze zijn ideologisch te verschillend. David Allegranti noemt hem wat dat betreft meedogenloos. ‘Hij is waanzinnig innemend en heeft een fotografisch geheugen dus kan na jaren nog vragen hoe het nu met je zieke tante is, maar hij neemt met hetzelfde gemak afscheid van je.’
Volgens professor Massari is de grootste vijand van Renzi Renzi zelf. ‘Als hij zijn arrogantie en blinde ambitie niet enigszins in toom houdt, is hij verloren.’ Massari was aanvankelijk positief over Renzi, maar is nu sceptischer. ‘Het is een geweldige spreker en hij weet als geen ander zowel linkse als rechtse kiezers te bereiken, maar Italië verander je niet met een sloopkogel. Je moet de politieke spelletjes gaan meespelen. In je eentje kom je niet verder dan mooie beloftes en goede speeches.’
Misschien gaat Renzi inderdaad te snel voor Italië. In de peilingen daalt zijn populariteit en de laatste hervorming van het onderwijs deze lente kon op veel kritiek en onbegrip rekenen. Om zijn boodschap uit te leggen aan de bevolking publiceerde hij een filmpje waarin hij op een schoolbord uitlegt wat er allemaal gaat veranderen en vooral waarom. Het is Matteoria in optima forma: bevlogen, vriendelijk maar ook beslist. Hij pleit voor meer aandacht voor kwaliteit. Leraren moeten kunnen worden beoordeeld, en de slechten moeten vertrekken. Hij is niet bang sommigen tegen de haren in te strijken. ‘Kwaliteit en verdienste zijn geen vieze woorden, basta met het “niemand kan over mij oordelen.’’’ Analisten vinden het onbegrijpelijk dat hij deze impopulaire hervorming doorvoerde vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen afgelopen lente waar zijn partij behoorlijk moest inleveren. De huidige peilingen laten een verdere daling zien. Hij is nu zeventien maanden onderweg als premier, en voor het eerst lijkt hij echt in moeilijkheden te zijn. Op Twitter weet Renzi doorgaans altijd de juiste toon en hashtag aan te slaan, maar ook daar sloeg hij voor het eerst de plank mis. In de nacht van de verkiezingsuitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen verspreidde hij een foto waarop hij op een Playstation spelend zit te wachten op de resultaten. ‘Een episch fiasco’ volgens communicatiespecialisten. Zijn vijanden doken er bovenop; of de premier niet iets beters te doen had dan computerspelletjes spelen. Tot op de dag van vandaag wordt bij het niet verschijnen van Renzi op een Eurotop of overleg in Rome gevraagd of hij misschien weer zit te gamen.

Gewend aan het moeras

Het zijn overkomelijke pesterijtjes, vergeleken met de echte problemen die Renzi heeft nu hij in de Senaat een overtuigende meerderheid kwijt is omdat 25 senatoren van zijn eigen partij zich tegen hem hebben gekeerd. Hij zal op zoek moeten naar nieuwe samenwerkingen om zijn hervormingsagenda te kunnen afmaken. Zelfs de revolutionaire Kieswet staat weer op losse schroeven. Een onderdeel van die wet is namelijk het afschaffen van de direct gekozen Senaat, en daar lijkt zijn eerdere onderhandelingspartner Berlusconi weinig zin in te hebben. Want wie denkt dat Berlusconi geen rol meer speelt in de Italiaanse politiek, zit er naast. Bij de gemeenteverkiezingen afgelopen lente beleefde zijn partij een opleving. Berlusconi – op dit moment weer druk met nieuwe processen en veroordelingen – heeft aangegeven rustig te willen bekijken ‘wat Renzi te bieden heeft’. Renzi heeft aangekondigd de hervormingen over de zomer heen te tillen. Het is voor het eerst dat hij zich genoodzaakt ziet om op de rem te trappen.
Na de zomer zal blijken of Italië het tempo van Renzi kan bijhouden. Veranderingen willen, dat is gemakkelijk gezegd, maar het lijkt soms of Italianen zich liever vastklampen aan wat ze al kennen en daar dan over klagen. Of zoals Renzi het samenvat: ‘Iedereen houdt van Italië, en wij nog het meest, en dat is ook ons grote probleem. We zijn gewend aan het moeras waarin we ons bevinden, kennen er de weg. Waarom dan gokken op een toekomst waarvan je niet weet hoe die eruitziet?’