Ik beloof nooit meer lullig te doen over mensen die koffie zonder cafeïne drinken.

Ik werkte in een café waar geen cafeïnevrije koffie geserveerd werd, want cafeïnevrije koffie smaakte niet goed genoeg. “Als ik een écht lekkere decaf koffie vind, dan zet ik ‘m op het menu hoor!” zei mijn baas een keer tegen een verongelijkte klant. Volgens mij zocht hij niet erg hard.

Ik vond het niet zo erg. Zonder decafé hoef je nooit midden in een stormloop van klanten de koffiemachine los te laten om ergens vanonder de toonbank een blikje muf koffiepoeder vandaan te peuteren, voor één lamlendig kopje cafeïnevrije cappuccino. Bovendien deelde ik de bijna ideologische bezwaren tegen cafeïnevrije koffie van mijn baas. Cafeïnevrije koffie is eerder een vloeibare tegenstelling dan een volwaardig drankje. Koffie is cafeïne. Om cafeïne uit koffiebonen te krijgen moet je ze fors behandelen, in water laten weken en/of met ozonlaagaantastende chemicaliën besprenkelen. Wat...