Ik kan er geen betere omschrijving voor vinden: wat Ayaan Hirsi Ali de afgelopen weken is overkomen, is niet meer of minder dan een psychologische vorm van eerwraak. De niet-fysieke variant, die een gemeenschap uitoefent op de enkeling die de gore moed heeft – of het lef – om het collectief te verlaten; en dan neemt die enkeling niet eens de moeite om met betraande ogen om te kijken.

Heimwee was toch wel het minste waar Nederland recht op had, en anders wel op tonnen dankbaarheid – en zelfs dat zat er niet in bij Hirsi Ali. Zo werd zij het verwende adoptiekind dat haar hand overspeelde en blijmoedig wegliep bij haar vroegere verzorgers, alsof die mensen nooit hadden bestaan, en van meet af aan alleen bedoeld waren om als springplank te fungeren naar iets anders, iets hogers.

Stank voor dank, dat is de stemming in Nederland, en dat heeft Hirsi Ali geweten.
Ik heb vaker opgeschreven waarom ik het een onzalig idee vind het persoonlijke en het politieke te vermengen, en zelden...