Roman

Net als eerder werk heeft Herman Brusselmans Kaloemmerkes in de zep, Oost-Vlaams voor kikkervisjes in de goot, langs simpele lijnen opgebouwd. Een bijna tweeënvijftigjarige Vlaamse schrijver, Herman Brusselmans geheten, laat zich door een jong meisje dat hij in een café heeft ontmoet naar Nederland rijden om daar in een provincieplaats een lezing over zijn werk te houden. Op de terugweg wordt het meisje, dat bij een overval op een benzinestation probeert te vluchten, gedood. Een verhaal met een kop en een staart en ook nog eens een soort raamvertelling. Want de schrijver in het boek dist het ene na het andere verhaal op en het eigenlijke verhaal van de schrijver die op weg is naar een literaire bijeenkomst wordt door de uitweidingen overwoekerd.

Het ongelimiteerd aaneenrijgen van verhalen is kenmerkend voor Brusselmans’ vertelwijze. De lezer heeft geen notie welke kant een verhaal op zal gaan en alle verhalen zijn op associatieve wijze met elkaar verbonden. Een jaartal, een...