Migratie tart de identiteit, niet alleen van degenen die migreren, maar ook van degenen tussen wie ze terechtkomen. Aan de hand van zijn persoonlijke migratiegeschiedenis betoogt Anil Ramdas dat de discussie over de Nederlandse identiteit nu pas losbarst omdat we te lang geloofden dat identiteit een fantasie is, en dus triviaal.

Paramaribo was voor mij de grote wereld. Tussen mijn vierde en mijn achtste had ik in het hindoestaanse rijstdistrict Nickerie gewoond, waar mijn vader als onderwijzer was gedetacheerd. De kleuterklas en de eerste drie jaren van de lagere school doorliep ik tussen de kinderen van rijstboeren; ik vond mezelf nogal deftig in die omgeving. Men zegt dat kinderen dat soort ideeën niet hebben en in aanleg egalitair gezind zijn. Dat is dus niet waar. Niet alleen was mijn vader geschoold, we behoorden ook nog tot de brahmaanse kaste, en hoger kun je in het hindoeïsme niet komen. Ik vond het vanzelfsprekend dat op bruiloftsfeesten oudere mensen voor ons, kinderen...