Pop

Het verhaal van de mythe mag bekend worden verondersteld. Scott Walker was halverwege de jaren zestig de ster die alles had: the looks, the fame, the fortune. En natuurlijk zijn stem, een zuivere, ietwat gezwollen bariton, die hem nog veel meer geld in Las Vegas had kunnen opleveren. Als hij dat had gewild. De fanclub van zijn groep, The Walker Brothers, had indertijd meer leden dan die van de Beatles. Maar Walker verdroeg – steevast verscholen achter een stijlvolle zonnebril – het licht van de spotlights niet meer. Hij kreeg de reputatie van een kluizenaar. Zelf deed hij daar behoorlijk nuchter over. Low key, noemde hij zijn houding. Het kwam erop neer dat hij heel veel dronken Britten in de pub zag darten, en enthousiast met hen meedronk.

De muziek bleef komen, mondjesmaat. In het muzikale universum van Walker gaat alles op zíjn manier, in zíjn tempo. Nee, de opvolger van Tilt uit 1995 zou er snel komen, beloofde hij plechtig tijdens interviews. Maar Tilt had elf jaar...