De beschouwers

Tolstoj arriveerde met een touwtje om zijn middel op Cyprus. Ik had verwacht dat hij naar mijn hotel zou komen, maar er was iets misgegaan. In een taxi reed ik langs een haag van bloeiende oleander richting Aphrodites geboorteplaats Paphos – en daar lag hij, op een bureau, onder een draaiende luchtvin.

‘Tekenen graag.’

De postbeambte had een gitzwarte snor en een machtig bottengestel, een wonderlijke kopie van de fotograaf Klaas Koppe.

Terug onder de parasol trok ik het touwtje los en woog in mijn handpalmen de verse delen van Oorlog en vrede, als twee broodjes goud. Firma Van Oorschot. Ik draaide mijn rug weg van het groepje Russen dat onder een verwaaide palm bij het zwembad aan de ochtendchampagne zat. En dook terug in de tijd.

Amsterdam – dat van De slag om de Blauw­brug. Ik was negentien. Buiten trokken krakers en vredesmarsen voorbij. De USSR had ik inmiddels met eigen ogen gezien. Ik besloot niet mee te marcheren. En om de huur van mijn kelderhok aan...