Non-fictie

‘Voor me verschijnt de exacte doorsnede van een dorp. Huizen zijn afgebroken met de nauwkeurigheid waarmee een chocoladetaart bij de banketbakker wordt doorgesneden.’ Wie kan zeggen dat hij zoiets heeft meegemaakt? In elk geval Miriam Driessen, een jonge (1985) antropologe en stedekundige, momenteel promovenda in Oxford, die in 2009 drie maanden doorbracht in het Chinese dorp Lingdou dat op het punt stond te verdwijnen. Het dorp wordt (of is al) opgeslokt door havenstad Xiamen.

Chengzhoncun heten ze, ‘dorpen te midden van de stad’ – dus niet eens aan de rand, maar al tussen de wolkenkrabbers. Er zijn er duizenden van, in verschillende staten van ontbinding. Ze zijn de autoriteiten een doorn in het oog. Verstedelijking is in China, schrijft Dries-sen, ‘heilig’ en ‘een missie’. De inwoners van Lingdou hebben volgens de gemeente Xiamen ‘een dorpse mentaliteit’ en een ‘anti-urbanisatiehouding’. Ze moeten zo snel mogelijk weg, ze houden de modernisering tegen.

Hoe kijken die...