Interview Tinariwen

Het is altijd een raar moment, maar nu zo mogelijk nog een stukje raarder. Gewoon, omdat je niet dagelijks een afspraak hebt met een stel Toeareg. En zeker niet als het gaat om de spannendste band van Afrika. Net voordat ik aanbel, mijn vinger is al een eind op weg in de lucht, gaat de deur van het appartement schijnbaar uit zichzelf open en sta ik oog in oog met Tinariwen. De groep blijkt net twee minuten terug van een optreden in Polen.

Charismatisch leider Ibrahim Ag Alhabib, vijfentwintig procent Bob Marley, twintig procent Keith Richards – twintig procent Phil Lynott, twintig procent Harry Dean Stanton en nog eens vijftien procent van iets wonderlijks dat niet te definiëren is – is blootsvoets op de grond neergeploft. De peilloze ogen in zijn verweerde kop kijken mij aan, hij pakt mijn hand, laat die snel weer los, hij mompelt iets wat ik opvat als een groet in een taal die ik niet kan thuisbrengen, en gaat weer verder met het tikken op een...