Pop

Nog een nadeel van de overkill aan Britse bands: de popmuziek lijkt geheel te worden gedomineerd door jongens. Jongens met al dan niet morsige kapsels, jongens dun als lantaarnpalen, jongens behept met een jaloersmakende energie, jongens met een zekere charme vaak ook. Maar toch: jongens. Ze hebben een ander wezen enigszins in de vergetelheid weten te drukken. Want waar is de man gebleven?

Oerman Iggy Pop glorieert met zijn Stooges nog op het podium, maar de reünie-cd The Weirdness klinkt als een parodie. Dan doet Nick Cave, dit jaar wordt hij ook al weer vijftig, het stukken beter in zijn nieuwe vermomming Grinderman. Hij plakte, net als zijn andere bandleden (alleen bassist Martyn Casey blijft om onverklaarbare reden in gebreke), voor de gelegenheid een vierkante snor op het gelaat. En hij ging basaal rocken, eigenlijk als nooit tevoren.

Nick Cave heeft de No Pussy Blues. Je moet een echte man zijn om dat toe te geven. In een furie van overstuurde gitaar en viool,...