‘Je móét hem spreken. Gudbergur is onze grootste schrijver na Halldór Laxness, de Nobelprijswinnaar. Probeer hem zover te krijgen dat je samen naar zijn geboortedorp gaat: Grindavík.’ Dat advies gaf Sjón me, de tekstschrijver van Björk en de schrijver van het onlangs in het Nederlands vertaalde griezelverhaal Blauwvos. Typisch IJs­lands, oordeelde ik, want van een eerdere reis naar dat eiland nabij de poolcirkel wist ik dat iedereen daar iedereen lijkt te kennen.

Maar toch las ik door die tip Gudbergur Bergssons De zwaan, zijn net vertaalde roman uit 1991. Dat mysterieuze, existentiële verhaal over een meisje uit een vissersdorp dat moet werken op het platteland en daar volwassen wordt, had ik niet willen missen. Vervolgens vond ik nog één andere vertaling, Liebe im Versteck der Seele. Onvoldoende om de auteur Bergsson te kennen – hij schreef en vertaalde een boekenplank vol – maar genoeg om Milan Kundera’s oordeel over hem te accepteren: ‘Een groot Europees...