Met een tevreden blik moeten de Amsterdamse ‘bloemenhandelaar’ Mient K. (bedoeld wordt: Mink K., MH 5/4/2006) en zijn vrienden hun televisie hebben uitgezet. De laatste verhoren van de parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden, onder leiding van Maarten van Traa waren beëindigd.

De naam Mient K. was niet één keer gevallen tijdens de openbare zittingen die in het najaar van 1995 bijna dagelijks werden uitgezonden. En de hele tijd was het vooral over softdrugs gegaan. Mient K. en zijn criminele achterban waren letterlijk en figuurlijk buiten beeld gebleven.

Wie zijn oor te luisteren legt in onder- en bovenwereld wordt altijd gewaarschuwd: ‘Mient K. is levensgevaarlijk.’ En dan volgt een veelbetekenende blik. Alleen zijn advocaten zeggen uiteraard dat hij een ‘vriendelijk mens’ is. Volgens hen heeft niemand iets van hem te duchten.

Hij heeft nog acht jaar gevangenisstraf te goed, een oude zaak over wapenhandel, maar die is om onverklaarbare redenen nooit ten uitvoer...