Binnenland

Begin jaren tachtig werkte ik mee aan het boekje De moeizame destalinisatie van de CPN. Geanalyseerd werd het dooiproces dat zich binnen die partij na een jaar of vijftig had ingezet. Geen overbodige luxe, want de Nederlandse communisten hadden zich gedurende het grootste deel van hun bestaan op een lelijke manier gedragen ten opzichte van tegenstanders, vermeende tegenstanders en dissidenten in eigen kring. De PvdA werd voor een agent van het grootkapitaal aangezien. De PSP bestond uit een stelletje zwerfkeien. CPN-leden die zich milde kritiek op partijleider Paul de Groot permitteerden, werden eerst voor handlangers van de reactie uitgemaakt en vervolgens naar de mestvaalt van de arbeidersbeweging verwezen.

De CPN kende de ‘discipline van het strafbataljon’, zoals een van de geïnterviewden in ons boek zei. Inmiddels was dat veranderd. De Nederlandse communisten hadden het belang van pluriforme meningsvorming ontdekt. Binnen de CPN ontstonden vrouwengroepen die de...