De droom was eenheid in de Arabische wereld. De vorming van een groot blok zou tegenwicht moeten bieden aan het verdeel-en-heers van de grootmachten in hun regio. Anwar Sadat van Egypte, Muammar Khadaffi van Libië en Hafiz al-Assad van Syrië leken er even echt in te geloven. De drie militairen, die met coups en tegencoups de top hadden bereikt, drukten elkaar de hand in 1971. Hun volkeren mochten in referenda de Arabische Unie verwelkomen. Daarna ging het al snel mis. Waar komt de hoofdstad? Wie wordt de nieuwe leider van deze federatie? Ze gingen weer snel uiteen. Sadat sloot vrede met Israël en werd in 1981 vermoord. Assad hield het drie decennia vol en stierf een natuurlijke dood in 2000. Zijn zoon stuurt nu tanks af op de betogers in de straten van de Syrische steden. En Khadaffi bleef dromen. Libië was te klein voor hem. Hij schakelde over naar Afrikaanse eenheid, waarvan hij een stralend middelpunt zou moeten zijn. Hij wilde weer een graag geziene gast zijn in het Westen...