Onderzoek naar de oppositie doet iedereen. Maar niet als de informatie van het Kremlin komt. Dat is namelijk illegaal, Donald Trump junior.

Tien jaar geleden volgde ik een cursus in The Art of Political Campaigning. Een weekend lang leerde ik de fijne kneepjes van het campagnevak: hoe je met micro-targeting het politieke dna van de kiezer opspoort, hoe je sociale media inzet en hoe je onderzoek naar de oppositie – opposition research, kortweg ‘oppo’ genoemd – uitvoert en gebruikt tegen je tegenstander.

Mijn oppo-leraar was een man uit de praktijk. In zijn workshop Diggin’ For Dirt beschreef hij zijn werk: onderzoek doen in bibliotheken, archieven en rechtbanken, zakelijke transacties napluizen, informatie opvragen via de Amerikaanse Wet openbaarheid van bestuur, interviews afnemen met getuigen. Het klonk allemaal bekend in de oren. Iedere onderzoeksjournalist heeft dagen, weken doorgebracht in de krochten van archieven en het internet. Geen wonder dat oppo-researchers vaak...