Ontwikkelingspsycholoog Dolph Kohnstamm bevocht zijn laatste boek ‘De Eigenander’ op zijn tweede herseninfarct. Hierin legitimeert hij het stemmetje in je hoofd: ‘Zie hem als een dierbare vriend die je liefdevol vermaant en waarschuwt, indien nodig.’

De grote ronde houten tafel, die gevuld is met opengeslagen boeken, mapjes met knipsels en andere paperassen, rust tegen het grachtenraam. Pal tegen dat hoge venster, aan de linkerkant, een beetje opgekruld, zit Dolph Kohnstamm (1937). Daar is hij op zijn vaste plaats aan het werk, maar ook kan hij in die positie het gewoel gadeslaan op de Prinsengracht waaraan hij sinds 1959 huist, wanneer hij daar lust toe gevoelt. Ja, hij kijkt wel eens naar buiten, antwoordt hij laconiek, maar die activiteit mag geen naam hebben. Vooreerst leest hij, maakt hij aantekeningen, schrijft hij. Almaar lezen, dat vooral.

Kohnstamm is een vitaal voorbeeld van een pensioengerechtigde die weigert in de hem resterende levensjaren alleen nog een huisdier...