de economie schijnt uit het dal te geraken. Voor het volgend jaar belooft de regering een (minuscule) groei, waardoor burgers een beetje lastenverlichting tegemoet kunnen zien. Leuk, natuurlijk, maar ik heb niet het idee dat er iets verandert in het algemene plaatje. Dat gaat niet zozeer over de groeiende kloof tussen rijk en arm, maar over organisatie en structuur van het werk zelf, en dan vooral de geleidelijke verdwijning van de vaste baan. Dit is een enorm verschil met de crisis van de jaren tachtig. Enerzijds zag de situatie destijds er veel grimmiger uit: hoge werkloosheidscijfers, heel veel jongeren-met-een-uitkering die dachten dat ze nooit wat te doen zouden hebben, behalve in kraakpanden wonen en actie voeren. Anderzijds was er onder 30-plussers, het werkende deel van de bevolking, niet zo veel aan de hand. Zij die ontslagen werden in de maakindustrie genoten een redelijke uitkering en bovendien waren er allerlei sectoren in opkomst (de media, de zorg, in iets minder...