Beatrijs Ritsema schrijft over moderne mores.

De dood van je ouders haalt je eigen dood nader in het vizier. Gedurende hun hele leven fungeren zij als een soort barrière tussen jou en het grote niets, maar wanneer de laatste ouder wegvalt en er geen generatie meer boven je zit, ben jij de volgende for whom the bell tolls.

Veel mensen rapporteren dit bedreigende gevoel van ‘nu ben ík aan de beurt’ en het werd ook door deze en gene bij mij verondersteld toen mijn moeder ten langen leste overleed. Ik begrijp wel dat die gedachte opkomt bij het verlies van een laatste ouder, maar ik werd er niet speciaal door aangegrepen. Mijn gevoel was eerder dankbaarheid dat mijn ouders zo attent waren geweest om althans voor mijn zestigste het toneel te verlaten. Een zestiger hoort geen ouders meer te hebben – dat verstoort en parodieert de natuurlijke gang van zaken. Nu is het mijn beurt om de matriarch te spelen (met of zonder kleinkinderen, dat maakt me niet uit). Op de rol van...