Beatrijs Ritsema schrijft over moderne mores.

Akelige gedachten zijn kleveriger dan fijne gedachten. Waarom slikken mensen anders zo veel antidepressiva en zitten ze bij de therapeut? Als het een kwestie van vrije keus was, zou iedereen voortdurend de zonnige kant van het leven benadrukken en zijn zegeningen tellen. Dat zou een hoop ellende schelen, want aan de meeste rottigheid valt toch weinig te doen, dus om een en ander draaglijk te houden is afschermen en verdringen helemaal niet zo’n gekke strategie. Maar dat is moeilijk. Herinneringen aan eerder geluk hebben nooit die overdonderende kracht van het moment zelf. Sterker, je wordt er eerder chagrijnig van, omdat het voorbij en ach, voorgoed voorbij is.

Daarnaast is het ook nog eens zo dat akelige gedachten besmettelijker zijn dan fijne. Als iemand vertelt hoe verliefd hij is of hoeveel plezier hij heeft gehad in Florida, denk ik: leuk hoor, het zal wel. Maar als mij iets gruwelijks wordt verteld, blijft het meer hangen...