Opsporing en grondrechten

Successen met DNA in de opsporing zorgen voor een steeds grotere waterscheiding tussen critici en voorstanders van dit ‘wondermiddel’. De recente spectaculaire aanhouding van een verdachte in de Puttense moordzaak – dankzij een match in de profielenbank van het Nederlands Forensisch Instituut – wakkert dit debat nog eens extra aan. Het ene kamp waarschuwt voor te hoog gespannen verwachtingen van de nieuwe technologie. Het andere kamp wil het liefst iedereen in de DNA-databank van het NFI opnemen. Als je onschuldig bent, heb je immers niets te verbergen.

Dat is nog maar de vraag, meent juriste Merel Prinsen. Ze is onderzoekster bij het Tilburg Institute of Law, Technology and Society (TILT). Het recht op privacy is een van de centrale thema’s in haar proefschrift Forensisch DNA-onderzoek. Een balans tussen opsporing en fundamentele rechten. Prinsen ging na welk materiaal de Nederlandse DNA-databank wel en niet mag bevatten. Ook verdiepte ze zich in de...