Ik zag ze wel, de volwassenen die zo tegen het einde van de middag samenschoolden op willekeurige plekken in de stad, maar het lukte me niet er enige betekenis aan te geven, waarbij ook aangetekend moet worden dat ik daar niet reuze veel moeite voor deed.

Nu weet ik waar die geheimzinnige openbare bijeen­komsten voor dienen; daar staan ouders die wachten op hun kind, de ‘willekeurige plekken’ bevinden zich steevast tegenover een school, het is 15.15 uur en de jongetjes en meisjes komen zo naar buiten gestormd, spelen nog even vijf minuten op het schoolplein en worden dan door vader of moeder in en op ingewikkelde fietsen gewurmd, met bakken voor en extra zitjes en opklapbare treeplankjes.

Eenenvijftig ben ik nu, en de geheimen van het leven worden langzaam voor me ontsluierd. Sinds een paar maanden sta ik tussen die ouders, er worden al knikjes uitgewisseld.

Ik wacht op S., het jongetje dat vervolgens met me meegaat naar huis, waar zijn moeder hem een paar uur later komt...