Zelfmoord en psychiatrie

Nee hoor, Chris zou geen zelfmoord plegen, heus. Die toezegging deed hij in Parnassia, de Haagse kliniek waar hij was opgenomen. Daar vertrouwden ze op, en dus zat Chris op een open afdeling, kon hij gaan en staan waar hij wilde, zo lang hij zich maar elke avond om tien uur meldde. En dat deed hij braaf – tot die ene ochtend in september. Het was mooi weer, hij wilde gaan fietsen, lekker de duinen in, even uitwaaien, het zou hem goed doen.

Ze vonden hem de volgende middag in de schuur van zijn huis, in het donker, met een plastic zak over zijn hoofd. Naast hem twee lege heliumflessen, een fles drank, kaarsjes, wat pillen. De afscheidsbrief lag in huis. Chris was toen twaalf uur dood. Een week eerder was zijn tweede kind geboren.

Het was zijn zoveelste poging. Hoe vaak hadden de buren wel niet een gaslucht geroken, had de politie voor de deur gestaan. Hoe vaak had zijn vrouw Karina niet naar de kliniek gebeld, wanhopig: het gaat niet goed, dóé iets....