In de Week van het Huisdier trakteerde ik mijn hond op een cafébezoek in Luik. Het café was me al eerder opgevallen omdat er zo veel viervoeters kwamen. Door de ruit had ik ze op de barkrukken zien zitten. De kastelein zette schoteltjes neer met worst en ontkurkte voor de baasjes een paar van zijn eigen wijnen. Zo werd het langzamerhand donker. Mijn hond maakte een oude rokkenjager sentimenteel. Net zo eentje had hij er gehad, zestien jaar was ze geworden. Zo lang had hij het met geen teef uitgehouden! Snikkend dook hij met zijn neus in een blonde Chimay. Zijn zoveelste.

Als mensen verloren zijn, is daar altijd nog het dier. Hoe vaak heb ik me niet aan viervoeters vastgeklampt, als ik voor mijn werk bij redeloze mensen over de vloer kwam, wat een opluchting als daar dan een hondje stond te kwispelen alsof er niets aan de hand was. Dankbaar ben ik poezen die zich net zo lang laten aaien als unheimische visites duren.

Het aardige is bovendien, dat ze dat vertrouwen overbrengen op...