Ik heb er niet om gevraagd, maar ik geef het toe: we zijn in de eenentwintigste eeuw. Zelf ben ik een trotse twintigste-eeuwer. Na de vorige Gouden Eeuw is de twintigste eeuw de, voorlopig laatste, Gouden Eeuw voor Nederland. Eindelijk veel geld verdiend aan ons Indië, eindelijk Indonesië vrijgelaten. Twee wereldoorlogen zonder veel vechten doorstaan. Philips en Fokker, Shell en Unilever, Albert Heijn en Johan Cruijff, Mondriaan en Appel, Afsluitdijk en Deltaplan, Colijn en Drees, zal er in Nederland ooit nog een eeuw met zo veel glorie, geld en genot komen?

Waarom gaat in de eenentwintigste eeuw een twintigste-eeuwer naar de schouwburg om een negentiende-eeuwse dialoog te beluisteren waarin een boek uit de achttiende eeuw, geschreven door een zeventiende-eeuwer, geconfronteerd wordt met een boek uit de zestiende eeuw, geschreven door een vijftiende-eeuwer?

Het gaat om Niccolò Machiavelli, die in 1513 De vorst publiceerde en daarmee ‘machiavellistisch’ tot een afgekloven...