Geurkunstenaar Sissel Tolaas ruikt wereldwijd aan fietszadels, vleesgerechten et cetra en stelt dan een geur samen van de stad waar ze is. ‘Je kunt niet zomaar zeggen: “Aha, ik ruik kanker, ik ruik slapeloosheid!”’

Het was een ongemakkelijk voorval. In mei was ik op een tweedaagse designconferentie in de Stadsschouwburg van Amsterdam. Op de tweede dag opende ik, vlak voor de eerste lezing op het centrale podium zou beginnen, mijn tas om een pen en een notitieboekje te pakken. De zaal zat bomvol. Links en rechts, voor en achter mij zaten architecten, grafisch vormgevers, ontwerpers. Pas toen ik de tas had geopend, bemerkte ik mijn vergissing. Een intense grondgeur maakte zich van de binnenkant van het tasje los. De geur die zich ogenblikkelijk onder de aanwezigen verspreidde was diep en zinnelijk. Moest je er een kleur voor verzinnen, dan was hij bruingroen van rottende bladeren, bruingrijs van stilstaand water, hondenpoepbruin, aardezwart.

Schimmel. Grondwater. De zwammen...