In de jaren negentig was de zogenaamde ‘sorry-democratie’ alomtegenwoordig. Na een korte afwezigheid ziet Max van Weezel nu nieuwe gouden tijden aanbreken voor het sorry zeggen.

Als je in de jaren negentig politici heel diep wilde beledigen, dan maakte je hen uit voor aanhangers van de ‘sorry-democratie’. De term werd voor het eerst gebruikt door Jan Marijnissen, vader van de huidige Kamerkandidaat Lilian. De SP-leider, net nieuw in Den Haag, ergerde zich groen en geel aan bewindslieden die misstappen begingen, daarvoor hun nederige excuses aanboden en vervolgens aan hun functie vasthielden alsof er niets was gebeurd. Onder de paarse kabinetten van premier Kok kwam dat met enige regelmaat voor.

Zo was er de ‘Securitel-affaire’ van 1997. Nederland bleek jarenlang nieuwe wetten en regels niet bij de Europese Commissie te hebben aangemeld. D66-minister Hans Wijers van Economische Zaken was daarachter gekomen maar had de nalatigheid voor de Kamer verzwegen. Zijn collega op...