Toneel

Een metrorit in twintig haltes. Zo noemt de Oostenrijkse schrijver Peter Handke zijn nieuwste toneelstuk. Onderbuikblues is een reis met een metro, door de onderbuik van een grote stad. Er is een reisleider, die in de ‘rij- en praatstaties’ tussen stations continu aan het woord is. Het is een omgekeerde reisleider. Hij enthousiasmeert niet, maar breekt af. Hij moppert en kankert en raaskalt over alles wat hij ziet. En veel uitzicht biedt hij niet, want de taferelen die hij zo negatief aanprijst, bevinden zich in de metro. Hij beoordeelt de mensen die in- en uitstappen. Hun kleding: ‘Een survivalbroek met twaalf zakken? Wat voor survival?’ Hun ‘speciaal geteste undergroundparfum’. De baby’s op hun buik: ‘Wat heeft dat kind je toch gedaan, dat het al die tijd naar zijn moeder moet kijken?’ Hun gezichten, of ze nu nors kijken of glimlachen: ‘Sluierplicht voor alle troosteloze tijdgenoten.’

In dat voortwoekerende gekanker lijkt Handke ineens op zijn...