..de tijdgeest de dorpsgek zijn onschuld voorgoed bleek te hebben afgepakt, en andere gekken het parlement bevolkten.

Wie ooit in een dorp heeft gewoond, zal zich hem ongetwijfeld herinneren. Die figuur die toch al dik in de veertig moest zijn, maar nog altijd bij z’n ouders woonde. Die om de haverklap, midden op het marktplein, zijn broek liet zakken en iedereen zijn witte, knokige kont liet zien. Die op zondagochtend tijdens de kerkdienst zomaar ineens in ‘Foxy Fox­trot’ van Nico Haak kon uitbarsten. En die vijf keer per week, op exact hetzelfde tijdstip, twee berlinerbollen bij de bakker kocht, om die vervolgens buiten op straat achter elkaar in zijn mond te proppen.

Ach ja, de dorpsgek. Soms lachte je om wat hij nu weer had uitgevreten, maar nóóit te hard, want je wist: dan gaat hij door, wordt hij vervelend en kom je niet meer van hem af. Meestal besloot je hem dus maar gewoon te negeren. Dat kon ook rustig. Want hoe gek hij ook deed, gevaarlijk werd hij nooit....