Den Haag

Aan het begin van het parlementaire seizoen 2008/2009 presenteerde Mark Rutte een nieuwe liberale beginselverklaring. Met hulp van zijn intellectuele biechtvader Uri Rosenthal had hij het document eigenhandig geschreven. De VVD-leider wilde voor eens en voor altijd duidelijk maken dat zijn partij er niet alleen was voor gepensioneerde Shell-managers in Wassenaar en parelkettinkjes dragende dames uit Bloemendaal. Van zijn grote voorbeeld David Cameron had hij begrepen dat moderne conservatieven ook wervingskracht konden uitoefenen op de hardwerkende middenklasse en de ondergepriviligeerden. Dus stond het werkstuk van Rutte vol ronkende zinnen als: ‘De VVD wil er zijn voor ieder die iets van zijn of haar leven wil maken’ en ‘de VVD is overtuigd van de kansen die de toekomst het vrije individu biedt’. De partij ging de barricade op voor de ‘vakmensen, leraren, politieagenten en wie werkt in de verzorging’.

Sterker nog: de liberalen wilden voortaan ook strijden ‘voor de...