Sport

De vraag is natuurlijk wat hen bezielde. Om zich staande op een bar te laten toezingen door supporters die op ‘Jodenjacht’ gingen. Waarbij ‘Joden’ overigens niet slaat op afstammelingen van het oude volk, maar op de voetbalclub Ajax. De aanhangers van ADO Den Haag en hun helden op de bar konden waarschijnlijk geen Jood van een Palestijn onderscheiden, het gaat hen niet om het Midden-Oosten of de Wijzen van Zion. Sinds de jaren tachtig noemen gestaalde Ajax-supporters zich ‘Joden’ en daarom moeten zij van sommige andere supportersgroepen aan het gas.

Dat is helder (en heeft dus niets met antisemisitme te maken). Minder helder is waar deze Ajax-haat vandaan komt. Dat de middenvelder en geboren Hagenaar Lex Immers vanaf de bar iets schreeuwde over ‘kanker Ajacieden’ verklaarde hij achteraf met het woord ‘euforie’. Samen met enkele medespelers had hij zich laten meeslepen door de euforie na de overwinning op Ajax. Dat klopte – na de 3-2 werd iedereen in het Haagse stadion gek van...