11-04-2009
Door Stephan Sanders

Als twee vrouwen ruzie hebben, noemen we dat een catfight, ook als die vrouwen schrijvers zijn en hun ruzie openlijk uitvechten via een pennenstrijd. Als twee mannen ruzie hebben, en die mannen zijn toevallig schrijvers, noemen we zoiets een polemiek, want dat is een ‘openlijk gevoerde pennenstrijd, die zich vaak afspeelt tussen vakgenoten’.

Zo liggen de verhoudingen. Als man sta ik altijd weer versteld van de inventiviteit van mijn seksegenoten, en de goedgelovigheid van vrouwen.

Het polemische genre is niet mijn favoriet. Ik associeer het met de jaren zeventig en tachtig, met voorbij, voorgoed voorbij en met een catfight tussen mannen, die ze hebben opgekalefaterd tot iets deftigs. Ja, ook Renate Rubinstein kon er wat van, maar die was dan in polemiek met W.F. Hermans of Piet Grijs, en dankzij die onbetwistbaar mannelijke inbreng kwam een en ander dan toch weer op een hoger plan.

Ik heb tot vervelens toe geschreven over mijn bewondering voor...