Reconstructie / Vermist, niet gemist

‘Mijn naam is Mary. Ik heb geen ouders meer, die zijn overleden. Mijn achternaam weet ik niet. Ik weet niet waar ik ben geboren. Ik heb geen vaste woon- of verblijfplaats meer. Ik kan niet meer terug naar Nigeria. U moet mij helpen.’

Het is 10 augustus 2006, 9.30 uur. Twee medewerkers van de Koninklijke Marechaussee verhoren op het bureau Falsificaten op Schiphol Mary, een zestienjarig Nigeriaans meisje. Zij noteren: ‘De verdachte is niet in staat om te lezen of schrijven en is geestelijk dusdanig in de war dat er met haar bijna niet te communiceren is.’ Vraag: ‘Waar wilde u vandaag naar toe reizen?’ Antwoord: ‘Ik weet het niet. Ik heb papieren van een blanke man gekregen.’ Vraag: ‘Heeft u mij zojuist uw echte identiteit gegeven?’ Antwoord: ‘Ik weet het niet, ik word door mensen Mary genoemd.’ De beambten nemen een foto van Mary. Ze kijkt met een slaperige, verdrietige blik de lens in, ogen halfdicht, het haar steekt alle kanten op. Mary reist...