Ik ben geen acteur. Dat kan ook niet want ik stotter. Maar ik wil het ook niet zijn, want ik hou er niet van dat een ander mij vertelt wat ik moet doen. Toch kwam het vrijdag zo ver: ik werd acteur en ik deed wat een ander wou.

Een televisiemaker vroeg mij of ik vrijdag met hem mee wou naar Meaux waar Sarkozy ging spreken. Ik ben nieuwsgierig naar dat ventje, en zei ja. Ik dacht er niet aan dat het vrijdag de dertiende was, en ik vroeg mij niet af waarom hij mij mee wou.

Dat werd snel duidelijk toen ik vrijdagmiddag bij het café kwam aanlopen waar we afgesproken hadden. De televisiemaker zat op het terras met een cameraman en een geluidsman. De camera was op mij gericht. ‘Loop nog een keer hiernaartoe,’ zei mijn gastheer. Ik keek verbaasd. ‘Dat oversteken deed je zo leuk.’ Ik keerde om en stak weer over naar het terras. ‘Niet in de camera kijken!’ hoorde ik. ‘Liever niet langs onze auto,’ wees de geluidsman. Ik lachte. ‘Niet lachen,’ zei de regisseur.

We...