De wetenschappers Joop van den Berg en Henk Molle­man signaleerden in 1975 voor het eerst een crisis in de Neder­land­se politiek: traditionele partijen als KVP, ARP en CHU verloren in snel tempo kiezers, protestgroeperingen als D’66, DS’70 en Boeren­par­tij scoorden daarentegen goed. Dat zelfde jaar startte het PvdA-tijdschrift Socialisme en Democratie een discussie over de vraag: overleeft de parlementaire democratie 1984? De Twee­de Ka­mer verzoop in de details en kwam niet meer toe aan de controle op de hoofdlijnen van het kabinetsbeleid, constateerde journalist Harry van Wijnen.

Een van de oorzaken: de snelle doorstroming die sinds de verkiezingen van 1971 op gang was gekomen. ‘De ervaring van de Ka­mer­le­den in het wetgevende werk gaat meer en meer verloren, waardoor knutselwerk bij het formuleren van amendementen aan de orde van de dag is,’ citeerde hij de parlementariër Huub Franssen. Ook maakte Van Wij­nen zich zorgen over de positie van het...