Voorjaar 1996 nuttigde ik de lunch in café-restaurant Le Mirage in Gaza. De Palestijnse stad aan de Middellandse Zee leek een stralende toekomst tegemoet te gaan. Het vredesakkoord met Israël was net gesloten en PLO-leider Yasser Arafat was uit ballingschap in Tunesië naar Gaza teruggekeerd. Met in zijn kielzog de eigenaar van Le Mirage, die de fouragering van de PLO-top in Tunis had verzorgd.

De elegante woonbuurt Rimal was uitgegroeid tot een paradijsje voor guerrillastrijders in ruste. Arafat had er een villa betrokken, net als zijn rechterhand Aboe Mazen, de huidige president Abbas. Er waren strandtenten waar je waterpijp kon roken. Er was zelfs een nachtclub met optredens van buikdanseressen. Toch maakte de eigenaar van Le Mirage een verweesde indruk. In Tunis had hij de beste Franse wijnen geschonken, vertelde hij. Nu zette hij zijn gasten uitsluitend sinaasappelsap voor. De PLO moest rekening houden met de vele conservatieve islamieten die de Gazastrook bevolkten....