De selfie dwingt ons in een keurslijf dat we steeds strakker aantrekken en knaagt aan hard bevochten vrijheden. Waarom houden we er niet mee op?

Begin mei, Koh Tao, Thailand. Het is zo’n strand waar je miljoenen afbeeldingen van krijgt als je ‘beach Thailand’ googelt. Het zand is wit. Het zeewater een mengeling van lichtblauw en turquoise. Er drijft geen zeewier in de branding. Aan de horizon steken vergelijkbare paradijs-eilandjes af tegen de wolkeloze hemel. De beachbar is strategisch opgesteld. Daar jongleert een jonge, hevig getatoeëerde Thaise versie van Tom Cruise met gin somethings voor meisjes in een Hennes & Mauritz bikini met een zonnebril in hun haar en een miniem, doorschijnend sjaaltje – mijn vader zou zeggen: een zakdoek – om hun pilatesbillen. Aan de rand van het strand staan palmbomen. Daar liggen mensen onder te luieren op rieten ligstoelen. Midden op het strand ligt bijna niemand want in de zon is het veel te warm, zelfs in de late middag.

Eén stelletje...