Het recht op het vrije woord is een van de voornaamste rechten die wij in Nederland kennen. De precieze betekenis van dit recht en de reikwijdte ervan zijn echter mettertijd door een wolk van mist omgeven. Het vrije woord is in de beleving van velen een totaal geworden dat alle woorden in alle omstandigheden omhelst. De kampioenen in het debat over de vrijheid van meningsuiting verdedigen luidkeels dit totaal, de suggestie wekkend dat het vrije woord als zodanig in het geding is. Alsof er minder ruimte zou komen voor bepaalde zienswijzen en analyses, politiek misschien minder correct maar wel, zo is de teneur, de spijker op zijn kop slaand. Het recht op het vrije woord wordt en passant gekoppeld aan een verabsolutering van de meningen: alsof elke mening in principe even waardevol en waardevast is. De onzinnigheid daarvan aan het licht te brengen, betekent dat al een aanslag op het vrije woord? We ruilen de vrijheid van het woord toch niet in voor de dictatuur van de meningen?

Tot...