‘Veel is verloren gegaan in deze ‘Deurne-achtige’ tijden, maar dat ‘deftig links’ – geen traan laat ik erom.’

Zo legitimeerde de Nederlandse artistieke avant-garde zichzelf, vanaf de jaren zestig tot ongeveer 2000: ‘Wij kunnen U een blijde boodschap brengen, want we zijn eruit: Kunst is nieuw. En het nieuwe – het ongehoorde, het nog nooit vertoonde – dat is Kunst. En heel Links ook. Meer hoeft u niet te weten.’

Dat lijkt een mager programmaatje, zeker als je bedenkt hoeveel moeite er tegenwoordig wordt gedaan om kunst aan de man te brengen; minister Bussemaker verwacht in ruil voor subsidies ‘maatschappelijke relevantie’, ‘draagvlak’ en ‘toegankelijkheid’, de kunstenaars willen alles wel verkopen, het liefst zichzelf, ook als dat betekent dat zij een Merk moeten worden. ‘Calvé Pindakaas, wat is daar mis mee?’

En onze huisfilosoof Alain de Botton mag binnenkort in het Amsterdamse Rijksmuseum bewijzen dat kunst in wezen therapie is,...