Muziek

Het lijkt zomaar een schuurtje. Een schuurtje van een benedenwoning in de Indische buurt in Amsterdam. Over het dak loopt nietsvermoedend een kat, binnen verontschuldigt componist Cor Fuhler zich voor de troep. Maar voor het werkterrein van een waanzinnige wetenschapper ziet het er nog redelijk ordentelijk uit. Want waar de kat geen weet van heeft: in het schuurtje huist een opnamestudio. En niet alleen dat. Er staat een werkbank. Die werkbank is voor Fuhler even belangrijk als zijn instrumenten. Een piano, zijn eerste liefde. Zijn zelfontworpen ­‘keyolin’ – een kruising tussen viool en keyboard. En een ­eigenhandig gebouwde analoge synthesizer, nog maar voor de helft af.

Cor Fuhler wijst op een andere, oude synthesizer die zich als een koffer laat vervoeren. Die neemt hij mee als hij binnenkort naar Princeton vertrekt om een weekje les te geven. Ook al weet hij dat dat problemen zal opleveren bij de douane. Pierre Boulez zou door eenzelfde synthesizer uren hebben...