De schilderijenfluisteraar

Groots verbeeldt Margriet de Moor hoe kunst de grens tussen leven en dood, en tussen heden en verleden, kan overschrijden.

De schilder en het meisje is een titel die klassiek aandoet. Alsof hij al jaren bestaat, gemunt in de tijd dat literatuur nog als ‘litteratuur’ gespeld werd. Wie de roman leest, zal het geen gezochte titel vinden, want het verhaal gaat nu eenmaal over een schilder en over een meisje.

Toch blijft die titel bevreemding wekken. In het nawoord van haar nieuwe roman verklaart Margriet de Moor (1941) dat De schilder en het meisje deels aan hém gewijd is, de schilder uit de titel. Niet geheel, want ook de andere hoofdpersoon die echt bestaan heeft, Elsje Christiaens (‘het meisje’), deelt in die eer.

In het verhaal zelf en op de achterflap ontbreekt eveneens de eigennaam van de schilder. De Moor noemt opzettelijk wel zijn oudere en jongere collega’s bij naam en toenaam, onder wie Michelangelo, Titiaan, Van Gogh, maar onze grootste...