Over wat nu precies de gevolgen van de schaliegasrevolutie voor de wereldveiligheid zijn, verschillen de meningen.

Is het een vloek of een zegen om als land over eigen olie- en gasvoorraden te beschikken? Het antwoord lijkt simpel: een zegen.

Met een flinke gasbel of Schoonebeekse jaknikkers slaap je een stuk geruster dan als je afhankelijk bent van Poetin.

Toch zijn de geleerden het daar niet over eens en laait de discussie steeds weer op.

In 2001 trok politicoloog Michael Ross in World Politics het zegenrijke van oliebezit in twijfel. Althans, hij zei: hoe gemakkelijker een land eraan verdient, des te slechter het gaat met de democratie in zo’n land. Een stelling die in 2006 min of meer werd gekaapt door columnist Thomas Friedman, die zijn ‘Eerste Wet van de Oliepolitiek’ formuleerde. In rijke olielanden koopt de heerser het gebrek aan democratie en vrijheid af door de burgers op leuke dingen te fêteren. De Poetins, Chávezzen en koning Fahds houden het gemor zo op...