Sinds de meivakantie vraag ik me af of het wel goed gaat met de Nederlandse man. Wat zag ik er weer veel, van die uitgebluste goedzakken, gebukt onder de kinderen, in het spoor van een op bergschoenen voortstampende vrouw, je zag ze denken: geef me verdomme die routekaart terug.

Het viel me op omdat ik terugkwam uit Parijs, waar mannen over hun gepoetste schoenen struikelen, hun nek verdraaien in losgeknoopte Pierre Cardin, vergeteneen espresso naar hun mond te brengen, omdat ze een vrouw nakijken. ‘Klopt,’ knikte mijn buurvrouw, ‘daar doe je er nog toe!’

Maar ja, wie heeft dat vuurtje hier geblust? De loebas zelf, het krijsend godswonder op zijn nek of die bergschoenen met voortouw? Vakantie vertekent. Misschien laten Fransmannen dan ook wel hun schouders hangen onder een kind of boven een racefiets. Wielrenners lijken van een afstandje soms op Lance Armstrong, maar schijn bedriegt. Laat ze niet te dichtbij komen. Sterker nog: bel onmiddellijk 112. Dat adviseert de politie van...