Tijdens de laatste zomervakantie kwam mijn zoontje uitgelaten aangerend. Hij had iets bijzonders gezien: ‘Een animal met heel veel friends!’ Het bleek een mierenhoop te zijn.

Op dit soort momenten vraag ik me wel eens af of wonen in de stad wel zo verstandig is. In onze woonplaats New York zien we dieren slechts achter tralies in de dierentuin of opgezet in het museum. We hebben geen ‘buiten’, geen planten en geen huisdieren. En mieren zien we dus nooit. Als rasecht stadskind voel ik me zelf ook maar weinig aangetrokken tot ‘uitwaaien’ of ’tot mezelf komen’ in het bos. Maar toch…

Richard Louv, auteur van het boek Last Child in the Woods, noemt het een ‘nature deficit disorder’, waar volgens hem vooral kinderen in deze tijd aan lijden. ‘Kinderen zijn de natuur als een abstractie gaan zien en niet meer als een realiteit,’ schrijft Louv. Bovendien kenmerkt de stad zich niet alleen door stinkende uitlaatgassen en abstracte natuur, maar ook door een isolerende anonimiteit. Het...