Van vrijwel alle grote geesten verschijnt nagelaten werk vroeg of laat in druk. Van Isaac Newton, een van de grootsten aller tijden, niet. Waarom niet? Sarah Dry doet het uit de doeken in ‘The Newton Papers’.

Toen in 1687 de Principia van Isaac Newton verscheen, waren er niet veel mensen die het werk helemaal begrepen. Maar zij die dat wel deden, zagen dat het boek bijna bovenmenselijk was. ‘Eet hij, drinkt hij en slaapt hij zoals andere mannen?’ vroeg de Franse wiskundige Guillaume de l’Hôpital, tijdgenoot van Newton, zich ooit af. ‘Ik kan niet anders geloven dan dat hij een genie is, of een hemelse intelligentie, totaal losgemaakt van materie.’

Newton stak een lange naald in zijn oogbal. Hij was bijna blind, maar het bracht hem nieuwe inzichten over de aard van kleuren

In de Principia formuleert Newton de beginselen van de mechanica en leidt hij via de wetten van Kepler de zwaartekracht af. En passant introduceert hij het differentiaalrekenen, dat daarna de...