Nausicaa Marbe bespreekt het boek van de week.

Wanneer een alleenstaande, literatuur-minnende vertegenwoordigster van een uitgeverij aanklopt bij een depressieve weduwnaar die zijn boekwinkel verwaarloost, lijkt de rest van het verhaal al geschreven: middelbare ongelukkige man ontmoet vitale vrouw, net op tijd. Hij bloeit op, bemint weer. En ze leven nog lang en gelukkig in dat boekenuniversum, dat ze zoveel intellectueel genot en ten slotte elkaar heeft geschonken. Of niet.

Jazeker, romantische clichés. Maar komt het er in de literatuur niet op aan hoe een schrijver de grote gemeenplaatsen van het leven hanteert? Met welke literaire middelen hij de eeuwige verhalen afstoft en naar zijn hand zet, om ze verrassend en ontregelend te presenteren? Daarom maakt het niks uit dat het liefdeslot van de vertegenwoordigster en de weduwnaar vanaf de eerste bladzijden zo duidelijk beklonken lijkt. Juist in een vernuftige roman over boeken en de verhouding tussen fictieve verhalen en het...