Wielersocioloog Benjo Maso schreef in 1989 over de mythe van de Tour de France. Over tachtig wilde jaren waarin de verzinsels rond kasseien, hooggebergte, rond Adelaars, Blonde Pijlen en andere Koningen van de Weg stand hebben gehouden. Tot de tv kwam.

Sinds 1903 wordt de Tour de France gereden – althans, dat beweren de kranten die er verslag van uitbrachten. Gezien heeft niemand wat en zeker geen verslaggever – hooguit een flits. Maar juist daarom. Juist daarom kon de dagelijkse beschrijving van het ongeziene veelal tot een epos uitgroeien. Coppi werd Achilles, zijn vlucht over de cols van de Alpen Boek 25 van de Ilias en controleren kon niemand de journalist-heldendichter.

De Tour de France is dan ook een bedenksel van een krant. Het is niet zo dat er eerst een wielerwedstrijd was en toen een krant die hem ging verslaan. Nee, er was eerst een krant en die bracht de wielerwedstrijd voort. Een geniaal idee voor de slappe maanden, zo is wel gebleken. En een vruchtbaar: in het...