Door de Nederlandse dorpen lopen kinderen met honkbalknuppels. Urk, Muntendam, Zuidbroek. Op stille, winderige landweggetjes, aan de zoom van een verlaten bos, staan ze te wachten. Vijftien, zestien jaar. Jongens, maar ook meisjes, sloegen in Musselkanaal argeloze voorbijgangers het ziekenhuis in. Zuidwaarts, waar de lucht naar mest stinkt sinds de zee werd gedempt, lag het ontzielde lichaam van een verliefde jongen. De eerste crime passionnel van minderjarigen in Nederland.

Waar is het nu gevaarlijker: in de stad of in het dorp? In de stad wordt openbaar geslacht, theatraal, soms. Afrekeningen op klaarlichte dag, door een godsdienstwaanzinnige met een boodschap, of een schutter met een mitrailleur, die in de Bloedstraat zes kogels afvuurt vanaf een fiets zonder zijn evenwicht te verliezen. Maar de lafste moordenaars, die hun slachtoffers achterlaten in het geniep, onder de bladeren, in de sloten, blijven weg uit de stad. Het is niet eenvoudig om ze te betrappen. Hun daden...