In het holst van de nacht sluipt een inbreker via het bovenlicht naar binnen en belandt met een smak op de vloer van een voormalig koetshuis in Londen. Hersteld van zijn val, die een wolk van stof teweeg brengt, licht de inbreker zichzelf met een zaklantaarn bij. Meters op elkaar gestapelde boeken en snippers papier ziet hij, rondslingerende foto’s, kartonnen dozen, ezels met half afgemaakte of kapot gesneden schilderijen, muren, deuren en spiegels met verfspatten of besmeurd met dikke klodders kleur, geopende potten verf, lege verfbussen volgepropt met kwasten, verfrollers, uitgeknepen tubes, spatels, spuitbussen, schoenen, sokken en wat al niet. Hij staat in een zwijnenstal.
Net als hij tot het inzicht komt dat hier niets te halen valt, schuift de deur naar het andere vertrek voorzichtig open. Francis Bacon is wakker geworden...
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.