Essay

Het Nederlandse volk liep niet te hoop toen het kabinet meedeelde dat het minder geld aan de kunsten wilde uitgeven. De directbetrokkenen en hun sympathisanten probeerden hun protest nog wel over het voetlicht te brengen, maar er was bijna niemand die van het besluit boven zijn theewater raakte.

Indien regering en volksvertegenwoordiging een afspiegeling zijn van de humeuren van het Nederlandse volk, dan moet er in dit land weinig liefde voor de hedendaagse kunsten bestaan. Veel twintigste-eeuwse kunst, of het nu muziek, beeldende kunst, architectuur of literatuur is, laat het grote publiek koud. En het grote publiek, daar draait het vandaag de dag om. Sinds het dat doorheeft, laat het zich ook niet langer meer intimideren door de kunstvoorkeuren van vermeende elites en artistieke subculturen. Het ziet de hedendaagse kunsten door een goed opgeleide minderheid gekoesterd worden als een waardevol goed, dat ten koste van veel tegen barbarij, onverschilligheid en domheid moet...