Er leeft een tragisch misverstand onder veel gekleurde en zwarte mensen die deel uitmaken van wat we ‘het Westen’ noemen: de gedachte dat de blanke man of vrouw iedere ochtend handenwrijvend voor de spiegel staat om vervolgens tevreden vast te stellen: ‘Kijk mij toch eens blank zijn.’ Dat is niet zo. Integendeel, de meeste blanken ervaren hun huidskleur niet, of hooguit als iets neutraals, iets waar ze eigenlijk nooit bij stilstaan. Ja, tijdens de vakantie in Zuid-Afrika, misschien, of in dat ene kleine gezelschap waar verder alleen gekleurden rondlopen. Het voortdurende bewustzijn van huidskleur is de minderheid gegeven die leeft in een overwegend blanke samenleving. Daar reken ik ook de VS toe, waar de etnische samenstelling van de bevolking rap verandert, maar waar blank-zijn nog steeds vanzelfsprekend is – ook met een zwarte president.

Het bewustzijn van huidskleur is de gekleurde minderheid gegeven – dat klinkt bijna als een gift, terwijl het veel meer een fatum...